Vertaling van luisteren
Inhoud:
Nederlands
Portugees
aanhoren, luisteren, beluisteren, toehoren, toeluisteren {ww.}
ouvir
escutar
dar atenção a
escutar
dar atenção a
Ik ben het beu om naar haar gezaag te luisteren.
Estou cansado de ouvir as reclamações dela.
beluistering , beluisteren , luisteren {zn.}
auscultação
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Kinderen luisteren niet altijd naar hun ouders.
As crianças nem sempre escutam os seus pais.
Ge hadt naar mij moeten luisteren.
Você deveria ter me escutado.
Hij was naar muziek aan het luisteren.
Ele estava ouvindo música.
Ik ben het beu om naar haar gezaag te luisteren.
Estou cansado de ouvir as reclamações dela.
Ik zei hem wat te doen maar hij wou niet luisteren.
Eu disse a ele o que fazer mas ele não me ouviu.