Vertaling van maal

Inhoud:

Nederlands
Portugees
eten [o], maal, maaltijd {zn.}
comida
refeição
Ze hadden geen eten.
Eles não tinham comida.
Hou je van heet eten?
Você aprecia comida apimentada?
keer, maal {zn.}
vez
feita
Dit is de eerste keer.
Essa é a primeira vez.
Dit is de laatste keer.
Esta é a última vez.
ijlen, kolderen, malen, raaskallen {ww.}
divagar
tresvariar
delirar
kwellen, malen, vermalen {ww.}
moer


Gerelateerd aan maal

eten - maaltijd - keer - ijlen - kolderen - malen - raaskallen - kwellen - vermalen