Vertaling van maar

Inhoud:

Nederlands
Portugees
echter, maar, niettemin, toch {vw.}
contudo
embora
entretanto
todavia
porém
alleen, enkel, maar, pas, slechts, uitsluitend {bw.}
não ... mais que

somente
apenas
doch, maar, echter {vw.}
mas
porém


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Maar ik wil niet.

Mas eu não quero.

Gaat u maar zitten waar u maar wilt.

Sente-se onde desejar.

Maar die mogelijkheid lijkt onwaarschijnlijk.

Mas a possibilidade é improvável.

Ik zeg het alleen maar!

Só estou dizendo.

We hebben alleen maar thee.

A gente só tem chá.

Maar hij heeft geluk gehad.

Mas ele foi sortudo.

Tom is maar een amateur.

Tom é só um amador.

Hadden we maar een tuin!

Se pelo menos nós tivéssemos um jardim!

Maar het heelal is oneindig.

Mas o universo é infinito.

Ik kan alleen maar wachten.

Só me resta esperar.

Ik ben maar een klant.

Eu sou apenas um cliente.

Ik heb gekeken, maar niets gezien.

Eu olhei, mas não vi nada.

Overwinning is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk.

A vitória é improvável, mas não impossível.

Maar dat heb je me nooit verteld!

Mas você nunca me disse isso!

Jim is geen advokaat, maar dokter.

Jim não é advogado; é médico.


Gerelateerd aan maar

echter - niettemin - toch - alleen - enkel - pas - slechts - uitsluitend - doch