Vertaling van meenemen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
bijeenbrengen, meebrengen, meenemen, medenemen, medebrengen {ww.}
levar consigo
afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen {ww.}
reunir
convocar
convocar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Wat moet ik meenemen?
O que eu devo levar?
Je mag wie je maar wilt meenemen.
Você pode trazer quem quiser.