Vertaling van merk

Inhoud:

Nederlands
Portugees
merk, merkteken, zegel {zn.}
marca
sinal
Ik ben laatst van merk tandpasta gewisseld.
Eu recentemente troquei de marca de pasta de dente.
cachet [o], merk, stempel {zn.}
marca
timbre
carimbo
merken, tekenen {ww.}
marcar
assinalar
merken, bemerken, opmerken {ww.}
notar
observar
assinalar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik ben laatst van merk tandpasta gewisseld.

Eu recentemente troquei de marca de pasta de dente.

Merk op dat het maximum niet altijd bestaat.

Note-se que o máximo nem sempre existe.


Gerelateerd aan merk

merkteken - zegel - cachet - stempel - merken - tekenen - bemerken - opmerken