Vertaling van moeder
Voorbeelden in zinsverband
Is je moeder thuis?
Sua mãe está em casa?
Mijn moeder spreekt langzaam.
Minha mãe fala devagar.
Ik wacht op mijn moeder.
Estou esperando minha mãe.
Zijn moeder stierf vier jaar later.
Sua mãe morreu quatro anos depois.
Mijn vader houdt van mijn moeder.
Meu pai ama minha mãe.
"Wie is het?" "Het is je moeder."
"Quem é essa?" "É a sua mãe."
Jullie moeten voor jullie zieke moeder zorgen.
Você deveria tomar conta de sua mãe doente.
Mijn moeder staat eerder op dan ik.
Minha mãe se levanta mais cedo do que eu.
Tom is groter dan zijn moeder.
Tom é mais alto que a mãe dele.
Alleen mijn moeder begrijpt me echt.
Só a minha mãe me entende de verdade.
Zijn moeder maakt zich zorgen over hem.
Sua mãe está preocupada com ele.
Mijn moeder heeft tien eieren gekookt.
Minha mãe cozinhou dez ovos.
Haar moeder heeft haar gemaakt tot wat ze is.
A mãe dela foi quem a transformou no que ela é.
Dat is waanzinnig! Jouw moeder spreekt zes talen?
Que legal! Sua mãe fala seis línguas?
Aangezien mijn moeder ziek was, kon ik er niet heen.
Como minha mãe estava doente, não pude ir lá.