Vertaling van net

Inhoud:

Nederlands
Portugees
net [o] {zn.}
rede
trama
Hij repareerde het net.
Ele consertou a rede.
mooi, net {bw.}
em bela maneira
fraai, mooi, knap, net, schoon {bn.}
belo
bonito
formoso
pulcro
elegant, net {bw.}
elegantemente
bevallig, elegant, net, piekfijn, zwierig {bn.}
airoso
elegante
garboso
gentil
gracioso
degelijk, eerlijk, eerzaam, fatsoenlijk, net {bn.}
honesto
juist, net, pal, precies, exact {bw.}
com precisão
exactamente
exatamente
justamente
juist, net, pas, straks, zojuist, zoëven, daarnet, daarstraks, zonet {bw.}
agora mesmo
neste instante
Anteunnette, Anthonia, Antonetta, Antonia, Net, Netta, Teuna, Tonia {eigenn.}
Antonieta


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Hij repareerde het net.

Ele consertou a rede.

Paul heeft net gebeld.

Paul telefonou agorinha.

Ik ben net opgestaan.

Eu me levantei nesse exato momento.

Razvan is net vertrokken.

Razvan acabou de sair.

Je lijkt net op hem.

Você se parece muito com ele.

Ze is net twintig geworden.

Ela acabou de fazer vinte anos.

Ik heb het boek net uitgelezen.

Acabei de terminar o livro.

Ik ben net klaar met eten.

Acabo de terminar de comer.

Ik ben net zo groot als Tom.

Sou tão alto quanto Tom.

Het is net om de hoek.

É logo ali, virando a esquina.

Ik dacht net aan een nieuwe baan.

Eu estava só pensando em um novo emprego.

Trang is net zo mooi als Dorenda.

Trang é tão bonita quanto Dorenda.

Deze auto is net als nieuw.

Este carro está como novo.

Ik heb net mijn kamer schoongemaakt.

Eu acabei de limpar meu quarto.

Ik heb gisteren net zo'n pen gekocht als jij hebt.

Eu comprei uma caneta igual à sua ontem.


Gerelateerd aan net

mooi - fraai - knap - schoon - elegant - bevallig - piekfijn - zwierig - degelijk - eerlijk - eerzaam - fatsoenlijk - juist - pal - precies