Vertaling van nu

Inhoud:

Nederlands
Portugees
nou, nu, tegenwoordig, thans {bw.}
ora
agora


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

En nu?

E agora?

Ik ben moe nu.

Agora estou cansado.

Waar woont u nu?

Onde vocês moram agora?

Ik heb nu geen tijd.

Estou sem tempo agora.

Ik heb nu geen honger.

Não estou com vontade de comer agora.

Nu weet ik het weer.

Agora eu me lembro.

Ik woon nu in Kyoto.

Eu moro em Quioto agora.

Muiriel is nu 20 jaar oud.

A muriel fez 20 anos agora.

Kan je die lekke band nu herstellen?

Você pode consertar o pneu furado agora?

Ze is nu in het hotel.

Agora ela está no hotel.

Mag ik nu beginnen met eten?

Posso começar a comer agora?

Ik ben nu in een oud kasteel

Agora estou em um castelo velho.

Nu ben ik in de war.

Agora estou confuso.

Ik ben nu op het vliegveld.

Agora eu estou no aeroporto.

Ik denk dat ik nu ophoud.

Acho que vou parar agora.


Gerelateerd aan nu

nou - tegenwoordig - thans