Vertaling van overbrengen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
overbrengen {ww.}
transmitir
overbrengen, transporteren, voeren, vervoeren {ww.}
transportar
overboeken, overbrengen, overzetten {ww.}
entregar
transmitir
fazer chegar
transferir
aanbrengen, melden, overbrengen, verslaan, verslag uitbrengen {ww.}
relatar
fazer relatório de
referir
comunicar
aangeven, aanreiken, afdragen, overbrengen, overgeven, toereiken {ww.}
transmitir
alienar