Vertaling van overgaan

Inhoud:

Nederlands
Portugees
overgaan, oversteken, te boven gaan {ww.}
passar
transpor
exceder
overgaan, overlopen, oversteken {ww.}
ultrapassar
transpor
avanceren, in rang opklimmen, overgaan, oprukken, promotie maken {ww.}
avançar
omkomen, overdrijven, overgaan, vergaan, verlopen, verstrijken {ww.}
passar
gaan, kleppen, klinken, overgaan, slaan {ww.}
soar
bater
aflopen, beieren, galmen, kleppen, luiden, schalmen, overgaan {ww.}
vibrar
soar