Vertaling van papier

Inhoud:

Nederlands
Portugees
papier [o] {zn.}
papel
Hebt ge papier?
Você tem papel?
Ik wil een stuk papier.
Eu quero papel.
akte [v], bescheid [o], document [o], papier [o], schriftuur [v], stuk {zn.}
documento


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Hebt ge papier?

Você tem papel?

Ik wil een stuk papier.

Eu quero papel.

Geef mij een stuk papier.

Me dê um pedaço de papel.

Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.

Eu faltei só um dia de trabalho por causa de um resfriado e a minha mesa está com pilhas de papel.


Gerelateerd aan papier

akte - bescheid - document - schriftuur - stuk