Vertaling van pijn

Inhoud:

Nederlands
Portugees
pijn [v], wee, zeer [o] {zn.}
dor
aflição
Waar hebt ge pijn?
Onde você tem dor?
Mijn buik doet pijn.
Eu estou com dor de estômago.
den [m], denneboom [m], pijnboom [m], pijn [m], mastboom {zn.}
pinheiro


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Waar hebt ge pijn?

Onde você tem dor?

Mijn buik doet pijn.

Eu estou com dor de estômago.

Het doet geen pijn.

Não dói.

Mijn hart doet pijn.

Meu coração está cheio de dor.

Ik heb pijn aan mijn ogen.

Meus olhos doem.

Mijn benen doen nog steeds pijn.

Minhas pernas ainda doem.

Ik wou u geen pijn doen.

Não era minha intenção te magoar.

Mijn rug doet nog steeds pijn.

Minhas costas ainda doem.

Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.

Quem machuca crianças não merece clemência.

Soms doet het pijn de waarheid te spreken.

Falar a verdade às vezes dói.


Gerelateerd aan pijn

wee - zeer - den - denneboom - pijnboom - mastboom