Vertaling van plak
Inhoud:
Nederlands
Portugees
filet , sneetje , moot, plak, schijf, snede, snee {zn.}
talhada
fatia
fatia
plaat, plak, tablet {zn.}
chapa
kleven, pakken, plakken, elkaar aantrekken {ww.}
aderir
lijmen, hechten, plakken {ww.}
grudar
solvar
colar
solvar
colar