Vertaling van pluk

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bos [m], bosje [o], dot [m], kuifje [o], kuif, pluk {zn.}
tufo
afbreken, afrukken, plukken, afplukken, wegscheuren {ww.}
colher
tirar
arrancar
collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, verzamelen {ww.}
colher

Gerelateerd aan pluk

bos - bosje - dot - kuifje - kuif - afbreken - afrukken - plukken - afplukken - wegscheuren - collecteren - innen - inzamelen - oogsten - rapen