Vertaling van precies

Inhoud:

Nederlands
Portugees
accuraat, nauwgezet, precies {bw.}
pontualmente
exactamente
exact, juist, precies, scherp, vlak {bw.}
justamente
precisamente
juist, minutieus, precies, scherp, secuur, stipt, zorgvuldig {bn.}
certo
exacto
exato
preciso
juist, net, pal, precies, exact {bw.}
com precisão
exactamente
exatamente
justamente


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Misschien is het voor hem wel precies zo.

Talvez seja do mesmo jeito para ele.

Ik weet niet precies wanneer ik terug zal zijn.

Não sei ao certo quando estarei de volta.

Jouw intelligentie is precies zo groot als de afstand tussen Bombay en Mumbai.

A sua inteligência é grande como a distância entre Bombaim e Mumbai.


Gerelateerd aan precies

accuraat - nauwgezet - exact - juist - scherp - vlak - minutieus - secuur - stipt - zorgvuldig - net - pal