Vertaling van rennen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
hardlopen, hollen, rennen, snellen {ww.}
correr
Ik kan rennen.
Eu sei correr.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik kan rennen.

Eu sei correr.

Ik heb hem zien rennen.

Eu o vi correndo.


Gerelateerd aan rennen

hardlopen - hollen - snellen