Vertaling van repareren
Inhoud:
Nederlands
Portugees
herstellen, maken, repareren, verhelpen, verstellen {ww.}
consertar
restaurar
reparar
restaurar
reparar
Kan je die lekke band nu herstellen?
Você pode consertar o pneu furado agora?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Ik moet het repareren.
Preciso consertá-lo.
Ik heb de deur laten repareren.
Consertaram a porta para mim.