Vertaling van saai
Inhoud:
Nederlands
Portugees
saai, vervelend {bn.}
aborrecedor
fastidioso
fastidioso
melig, saai, taai, vermoeiend, vervelend {bn.}
aborrecido
enfadonho
fastidioso
enfadonho
fastidioso
eentonig, monotoon, saai {bn.}
monótono
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Thuis blijven is saai.
Ficar em casa é sem graça.
Het is saai om thuis te blijven.
É chato ficar em casa.