Vertaling van samenbrengen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
verzamelen, bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaren, paren, vergaderen, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
juntar em excesso
acumular
aaneenvoegen, bijeenbrengen, samenbrengen, verenigen {ww.}
unir
reunir
Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.
A partir de 1950, a Comunidade Europeia do Carvão e do Aço começa a unir económica e politicamente os países europeus, tendo em vista assegurar uma paz duradoura.