Vertaling van schijnen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
lijken, overkomen, schijnen, toeschijnen, voorkomen, vóórkomen {ww.}
afiguar-se
parecer
ter aparência de
mostrar-se
parecer
ter aparência de
mostrar-se
blinken, glanzen, schijnen, schitteren {ww.}
fulgir
luzir
brilhar
luzir
brilhar
aan zijn, lichten, licht geven, schijnen {ww.}
luzir
fulgurar
fulgurar