Vertaling van schikken

Inhoud:

Nederlands
Portugees
gelegen komen, passen, schikken, uitkomen, voegen, betamen {ww.}
ser apropriado
ser conveniente
convir
inrichten, regelen, ruimen, opruimen, schikken, terechtbrengen {ww.}
arrumar
ordenar
arranjar
accommoderen, schikken, aanpassen, richten, assimileren, plooien, voegen, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
adaptar-se