Vertaling van schragen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
schragen, steunen, stutten, ondersteunen {ww.}
reclinar
arrimar
encostar
apoiar
instemmen, accorderen, bijvallen, schragen, aansluiten, onderschrijven, ondersteunen, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
estar de acordo
acordar
dragen, schoren, steunen, ondersteunen, ruggesteunen, schragen {ww.}
escorar
sustenar
suportar
amparar