Vertaling van slaan

Inhoud:

Nederlands
Portugees
slaan, met een stok slaan {ww.}
espancar
esbordoar
houwen, klappen, kloppen, slaan, meppen {ww.}
malhar
dar pancada
maçar
bater
klappen, kloppen, slaan, opvallen {ww.}
golpear
percutir
bater
gaan, kleppen, klinken, overgaan, slaan {ww.}
soar
bater
aanmunten, afdrukken, slaan, stempelen, zijn stempel drukken op {ww.}
ferrar
cunhar
carimbar
imprimir
timbrar
estampar
geklep [o], geklepper [o], kastijding [v], slaan {zn.}
pancada
golpe