Vertaling van slag
Inhoud:
Nederlands
Portugees
slag , val, valstrik {zn.}
armadilha
alçapão
alçapão
gevecht, kamp, slag , strijd, treffen, veldslag {zn.}
luta
batalha
pugna
peleja
combate
batalha
pugna
peleja
combate
Ze hebben het gevecht verloren.
Eles perderam a batalha.
De strijd gaat verder!
A luta continua!
flap , houw, klap, mep, slag {zn.}
pancada
golpe
golpe
draai , wending , zwenking , gier, keer, slag , zwaai, zwenk {zn.}
volta
aard , slag , soort {zn.}
qualidade
laia
género
jaez
espécie
laia
género
jaez
espécie
houw, klap, schop, slag , stoot, tik {zn.}
alcance