Vertaling van slecht
Inhoud:
Nederlands
Portugees
slecht {bw.}
mal
slecht, verdorven {bn.}
vicioso
perverso
perverso
beroerd, kwaad, kwalijk, slecht, verkeerd {bn.}
mau
ruim
ruim
effenen, gelijkmaken, slechten {ww.}
alisar
nivelar
aplanar
nivelar
aplanar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Mijn vrouw kan slecht autorijden.
Minha mulher dirige mal.
Dat was een slecht konijn.
Era um coelho mau.