Vertaling van slim
Inhoud:
Nederlands
Portugees
slim, bekeken, clever, gis, kien, pienter, snugger, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
acre
afiado
agudo
cortante
penetrante
picante
ríspido
afiado
agudo
cortante
penetrante
picante
ríspido
moeilijk, lastig, slim, zwaar {bn.}
afanoso
difícil
dificultoso
difícil
dificultoso
doortrapt, gewiekst, listig, slim, uitgeslapen {bn.}
ardiloso
astuto
ladino
astuto
ladino
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Hij is slim.
Ele é inteligente.
Ik ben slim.
Eu sou inteligente.
Die jongen is erg slim.
Aquele menino é muito esperto.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.
Foi um prazer passar a noite com uma garota inteligente, divertida e bonita como você.