Vertaling van snel

Inhoud:

Nederlands
Portugees
gauw, gezwind, haastig, snel, spoedig, vlug {bn.}
rápido
veloz
gauw, hard, in allerijl, schielijk, snel, vlug {bw.}
depressa
hardlopen, hollen, rennen, snellen {ww.}
correr
Ik kan rennen.
Eu sei correr.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Kom snel!

Venha logo!

Hij kan snel zwemmen.

Ele sabe nadar rápido.

Kom snel terug.

Volte logo.

Zij verbrandt snel.

Sua pele queima facilmente.

Je rijdt te snel.

Você está dirigindo muito rápido.

Hij komt snel.

Ele vem logo.

Jack rijdt niet snel.

Jack não dirige rápido.

Tulpen zullen snel bloeien.

As tulipas vão florescer logo.

Kleed je snel aan.

Vista-se rápido.

Ik huil niet snel.

Eu não choro facilmente.

Te snel rijden is gevaarlijk.

Dirigir muito rápido é perigoso.

Praat niet zo snel, alstublieft.

Por favor, não fale tão rápido.

Je bent niet snel genoeg.

Você não é rápido o bastante.

Hij kon niet heel snel lopen.

Ele não podia correr tão rápido.

De Japanse economie ontwikkelde zich vrij snel.

A economia japonesa desenvolveu-se rapidamente.


Gerelateerd aan snel

gauw - gezwind - haastig - spoedig - vlug - hard - in allerijl - schielijk - hardlopen - hollen - rennen - snellen