Vertaling van snor

Inhoud:

Nederlands
Portugees
knevel [m], snor [v] {zn.}
bigodes
brommen, gonzen, razen, snorren, suizelen, suizen, tuiten, zoemen {ww.}
zunir
soar
zumbir
snorren, zoeken, opzoeken, uitkijken, uitzien {ww.}
procurar
investigar
buscar
Ik moet naar mijn pen zoeken.
Preciso procurar minha caneta.
Ik moet mijn pen zoeken.
Tenho que procurar minha caneta.


Gerelateerd aan snor

knevel - brommen - gonzen - razen - snorren - suizelen - suizen - tuiten - zoemen - zoeken - opzoeken - uitkijken - uitzien