Vertaling van snorken

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bluffen, opscheppen, pochen, snoeven, snorken, stoffen, zwetsen {ww.}
fanfarrear
knorren, ronken, snorken, snurken {ww.}
roncar
ressonar


Gerelateerd aan snorken

bluffen - opscheppen - pochen - snoeven - stoffen - zwetsen - knorren - ronken - snurken