Vertaling van spekken
Inhoud:
Nederlands
Portugees
dempen, vullen, invullen, spekken, stoppen, volmaken, volschenken {ww.}
encher
completar
completar
bevoorraden, provianderen, spekken, stijven, voorzien van {ww.}
prover
suprir
abastecer
suprir
abastecer