Vertaling van stapel

Inhoud:

Nederlands
Portugees
boel [m], drom [m], hoop, massa, menigte, schare, stapel, tas, troep {zn.}
multidão
ruma
pilha
montão
cúmulo
chusma
acúmulo
acervo
De menigte wordt groter en groter.
A multidão está ficando cada vez maior.
dol, dolzinnig, gek, krankzinnig, stapel, uitzinnig, waanzinnig {bn.}
insano
louco
helling [v], stapel, werf, scheepswerf {zn.}
estaleiro
opeenhopen, ophopen, stapelen, opstapelen, opeenstapelen, tassen {ww.}
amontoar
empilhar
acumular


Gerelateerd aan stapel

boel - drom - hoop - massa - menigte - schare - tas - troep - dol - dolzinnig - gek - krankzinnig - uitzinnig - waanzinnig - helling