Vertaling van sterven
Inhoud:
Nederlands
Portugees
doodgaan, overlijden, sterven, verscheiden, versmachten {ww.}
morrer
falecer
falecer
Ik wil met Getter Jaani sterven.
Quero morrer com Getter Jaani.
De hond is aan het sterven.
O cão está a morrer.
aftrekken, sterven, vergaan, verscheiden {ww.}
decorrer
passar-se
andar
passar-se
andar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Ik wil met Getter Jaani sterven.
Quero morrer com Getter Jaani.
De hond is aan het sterven.
O cão está a morrer.
Ik wil naar de hemel gaan, maar ik wil niet sterven om er te geraken!
Eu quero ir para o céu mas não quero morrer para chegar lá!
Patriotten spreken altijd over sterven voor hun land, en nooit over doden voor hun land.
Os patriotas sempre falam em morrer pelo seu país, e nunca em matar pelo seu país.