Vertaling van stichten
Inhoud:
Nederlands
Portugees
stichten {ww.}
edificar
aandoen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken {ww.}
produzir
ser causa de
causar
ser causa de
causar
baseren, funderen, grondvesten, stichten, vestigen {ww.}
fundar
instalar
estabelecer
instalar
estabelecer
inrichten, oprichten, stichten, vestigen {ww.}
estabelecer