Vertaling van stipt
Inhoud:
Nederlands
Portugees
tijdig, vroegtijdig, accuraat, nauwgezet, nauwkeurig, prompt, stipt, zorgvuldig, punctueel {bn.}
pontual
exacto
exacto
juist, minutieus, precies, scherp, secuur, stipt, zorgvuldig {bn.}
certo
exacto
exato
preciso
exacto
exato
preciso
nauw, nauwsluitend, stipt, streng, strikt {bn.}
estrito
apertado
apertado