Vertaling van stof

Inhoud:

Nederlands
Portugees
stof, weefsel {zn.}
substância
corpo
tecido
pano
fazenda
estofo
stof [o] {zn.}
poeira
materie [v], zelfstandigheid [v], stof {zn.}
matéria
goedje [o], substantie [v], zelfstandigheid [v], spul, stof {zn.}
substância
apropos [o], onderwerp, stof, thema {zn.}
matéria
motivo
tema
assunto
onderwerp, stof, subject {zn.}
sujeto
bluffen, opscheppen, pochen, snoeven, snorken, stoffen, zwetsen {ww.}
fanfarrear