Vertaling van stoten

Inhoud:

Nederlands
Portugees
douwen, dringen, duwen, stoten {ww.}
impelir
empurrar
douw [m], drang [m], duw [m], stoot (mv. stoten), por, zet {zn.}
impulso
empurrão
houw, klap, schop, slag [m], stoot (mv. stoten), tik {zn.}
alcance


Gerelateerd aan stoten

douwen - dringen - duwen - douw - drang - duw - stoot - por - zet - houw - klap - schop - slag - tik