Vertaling van strijd

Inhoud:

Nederlands
Portugees
gevecht, kamp, slag [m], strijd, treffen, veldslag {zn.}
luta
batalha
pugna
peleja
combate
Ze hebben het gevecht verloren.
Eles perderam a batalha.
De strijd gaat verder!
A luta continua!
dispuut [o], kwestie [v], strijd, twist [m], redetwist, twistgesprek {zn.}
disputa
kampen, strijden, strijd voeren, vechten {ww.}
lutar
pelejar
lidar
guerrear
combater
brigar
batalhar
disputeren, krakelen, twisten, redetwisten, strijden {ww.}
disputar
porfiar
contender
oorlogvoeren, strijden {ww.}
fazer campanha
guerrear
combatar