Vertaling van strook

Inhoud:

Nederlands
Portugees
strook, val, volant {zn.}
falbalá
babado
band [m], reep, strip, strook, windsel {zn.}
listrão
faixa
fita
coirela
band [m], reep, streep, strook, wapenbalk {zn.}
traço
listra
tira
faixa
estria
barra
accorderen, bijeenpassen, kloppen, overeenstemmen, rijmen, stroken, het eens worden, tot een overeenkomst komen {ww.}
entrar em acordo
instemmen, accorderen, bijvallen, schragen, aansluiten, onderschrijven, ondersteunen, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
estar de acordo
acordar
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
estar de acordo
acordar
overeenstemmen, het eens zijn, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
estar de acordo
acordar