Vertaling van tel
Inhoud:
Nederlands
Portugees
achting , tel {zn.}
estima
apreciação
apreciação
moment, ogenblik, oogwenk, tel , tijdstip, wijl, wip {zn.}
momento
instante
instante
Dit is het beslissende moment. Het is nu of nooit.
É o momento chave. É agora ou nunca.
seconde , tel {zn.}
segundo
pols, polsslag, tel {zn.}
pulso
De dokter nam mijn pols.
O médico me tomou o pulso.
calculeren, rekenen, berekenen, tellen, uitrekenen {ww.}
computar
orçar
calcular
orçar
calcular
tellen, aftellen, neertellen {ww.}
numerar