Vertaling van telefoneren
Inhoud:
Nederlands
Portugees
telefoneren, bellen {ww.}
telefonar
Waar kan ik bellen?
Onde posso telefonar?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Mijn ouders telefoneren mij alle dagen.
Os meus pais me ligam todo dia.
Vraag hem alstublieft om naar mij te telefoneren.
Por favor peça para ele me ligar.