Vertaling van teweegbrengen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
aandoen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken {ww.}
produzir
ser causa de
causar
baren, bevallen, het leven schenken, teweegbrengen, voortbrengen {ww.}
parir
dar a luz
beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven {ww.}
ocasionar
provocar
causar