Vertaling van toelaten

Inhoud:

Nederlands
Portugees
gedogen, toelaten, toestaan, vergunnen, veroorloven {ww.}
consentir
permitir
aquiescer
laten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten {ww.}
largar
permitir
deixar
aanzien, dulden, toelaten, tolereren, velen, verdragen, pikken {ww.}
suportar
aturar
tolerar
agüentar
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Suportar pode ser insuportável.