Vertaling van tranen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
huilen, traanogen, tranen {ww.}
lacrimejar
derramar lágrimas
traan (mv. tranen) [m] {zn.}
lágrima


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Hij brak in tranen uit.

Ele caiu no choro.

Tranen liepen over mijn wangen.

Lágrimas escorreram pelas minhas bochechas.


Gerelateerd aan tranen

huilen - traanogen - traan