Vertaling van tweewieler

Inhoud:

Nederlands
Portugees
fiets [m] (de ~), rijwiel [o] (het ~), tweewieler [m], zwijntje [o], velo, stalen ros {zn.}
bicicleta
camelo
biciclo
Ik heb geen fiets.
Não tenho uma bicicleta.
Ken wil een fiets.
Ken quer uma bicicleta.


Gerelateerd aan tweewieler

fiets - rijwiel - zwijntje - velo - stalen ros