Vertaling van uitloven

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bieden, aanbieden, uitloven, voordragen, voorslaan, voorstellen {ww.}
propor
oferecer
beloven, toezeggen, uitloven, verzeggen {ww.}
prometer


Gerelateerd aan uitloven

bieden - aanbieden - voordragen - voorslaan - voorstellen - beloven - toezeggen - verzeggen