Vertaling van uitspreiden
Inhoud:
Nederlands
Portugees
ontvouwen, opzetten, uitspreiden, uitvouwen {ww.}
desfraldar
desdobrar
desdobrar
spreiden, ontvouwen, uitspreiden {ww.}
fazer cair
expor
desenvolver
estender
deitar
expor
desenvolver
estender
deitar