Vertaling van uitstaan

Inhoud:

Nederlands
Portugees
uitspringen, uitstaan, uitsteken, vooruitspringen, vooruitsteken {ww.}
fazer saliência
avançar
estar saliente
doorstaan, dulden, harden, uithouden, uitstaan, verdragen {ww.}
suportar
agüentar
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Suportar pode ser insuportável.
doorstaan, lijden, ondergaan, uitstaan, velen, verdragen {ww.}
suportar
tolerar
aturar
provar
agüentar
penar
sofrer
padecer