Vertaling van uitvallen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
uitvallen {ww.}
cair saindo
ineenstorten, instorten, uiteenvallen, uitvallen {ww.}
ruir
afstand doen van, opgeven, uitvallen {ww.}
renunciar
resignar
abrir mão de
resignar
abrir mão de
afvallen, afvallig worden, uitvallen {ww.}
cair do alto