Vertaling van uitvoeren
Inhoud:
Nederlands
Portugees
maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
fazer
cometer
confeccionar
executar
formar
cometer
confeccionar
executar
formar
Hij is bang fouten te maken.
Ele tem medo de cometer erros.
Wees niet bang om een fout te maken.
Não tenha medo de cometer um erro.
exporteren, uitvoeren {ww.}
exportar
spelen, uitvoeren, voorspelen {ww.}
jogar
tocar
brincar
representar
tocar
brincar
representar
Hij kan fluit spelen.
Ele sabe tocar flauta.
Basketbal spelen is leuk.
Jogar basquete é divertido.
nakomen, naleven, uitvoeren, verrichten, vervullen, voltrekken {ww.}
desempenhar
cumprir
cumprir
bewerkstelligen, realiseren, verwerkelijken, uitvoeren {ww.}
realizar