Vertaling van vaart

Inhoud:

Nederlands
Portugees
snelheid [v], tempo [o], vaart [v] {zn.}
velocidade
rapidez
gracht, kanaal [o], vaart, wijk {zn.}
canal
rapheid [v], snelheid [v], vlugheid [v], spoed, vaart, gezwindheid {zn.}
velocidade
rapidez
gaan, karren, rijden, varen {ww.}
ir
rodar
viajar
andar
Ik wil niet alleen gaan.
Não quero ir sozinho.
Wij moeten naar school gaan.
Precisamos ir à escola.
varen {ww.}
varen {ww.}
navegar


Gerelateerd aan vaart

snelheid - tempo - gracht - kanaal - wijk - rapheid - vlugheid - spoed - gezwindheid - gaan - karren - rijden - varen